zaterdag, oktober 04, 2014

OnePlus: exclusieve niche-speler

OnePlus komt in 2015 met een tweede toestel op de markt, de OnePlus 2. Waarschijnlijk heeft dit een kleiner beeldscherm dan de 5,5 inch van de OnePlus 1.
OnePlus doet een dappere poging door te dringen in de rangen van de grote fabrikanten. In de tweestrijd van het iOS (Apple) en het Android (vooral Samsung) kamp zijn al verschillende slachtoffers gevallen. Skepsis is dus op z'n plaats, maar OnePlus lijkt tot nu bijna alles goed te doen. De OnePlus 1 is een smartphone die de rangschikking in high-end, mid-range en low-end toestellen in de war stuurt. De kwaliteit is die van een high-end toestel, terwijl de prijs meer bij de mid-range past. Van de twee versie van de OnePlus 1 kost de goedkoopste namelijk 270 euro (16 GB) en de duurdere 300 euro (64 GB). Kortom, op prijs/kwaliteit komt het toestel er zeer goed uit.
Een ander sterkpunt is de marketing. Bij de lancering in april 2014 was het toestel slechts op basis van 'invitation-only' te krijgen. Wie er één te pakken kreeg, ontving een 'invite' om iemand anders blij te maken. Dat creëerde een zekere hype. Vanaf oktober komt de fabrikant met een pre-order systeem. Beide verkoopmethoden zijn erop gericht de voorraadvorming minimaal te houden en dus om financieel sterker te staan in de concurrentieslag.
Conclusie: het blijft afwachten, zeker nu een tweede toestel onderweg is (medio 2015), maar OnePlus doet een paar dingen goed waarmee het een goede aanval lanceert op de leiders van de handsetmarkt: een goede prijs/kwaliteitverhouding, slimme marketing en minimale voorraadvorming. Nu het toestel in de min of meer vrije verkoop komt, gaat de glans van de exclusiviteit verloren en komt de onderneming in een nieuwe fase terecht. Het is daarbij nog de vraag of het per se naar schaalgrootte moet streven, in welk geval de exclusiviteit opgegeven moet worden. Dan kan de onderneming het slachtoffer van zijn eigen succes worden, want dan is er weinig onderscheidend vermogen. Zo niet en kan OnePlus als kleine speler overleven, dan heeft het een interessante niche aangeboord.

5G maakt alle spectrum kostbaar

Terwijl 4G nog maar net uit de startblokken is, is er al veel te doen over 5G. Operators, toeleveranciers, universiteiten en overheden bemoeien zich ermee om technologisch in de voorhoede te blijven, om een stempel te kunnen drukken op de technologie en natuurlijk om er geld aan te verdienen. Volgens de laatste berichten mengt ook Ziggo zich in de ontwikkeling van deze nieuwe mobiele standaard van de vijfde generatie. Alles is erop gericht 5G-netwerken in 2020 te kunnen lanceren met snelheden tot 10 Gbps.
Begin 2013 was KPN de eerste met een 4G-netwerk en inmiddels is het landelijk dekkend. Vodafone bereikt die mijlpaal binnenkort en later volgen T-Mobile en Tele2. Niet dat landelijke dekking betekent dat een 4G-bnetwerk 'klaar' is. Het valt altijd uit te breiden met nieuwe basisstations ('verdichting') en met nieuwe technologie, waarvoor de nodige 'alphabet soup' in gebruik is: LTE-Adanced, LTE-Broadcast, LTE-Unlicensed, LTE-Direct, en ongetwijfeld volgen nog meer ontwikkelingen.
Maar wat is 5G nu precies? Waar 4G gezien kan worden als een verbetering van 3G, willen onderzoekers van 5G iets radicaal nieuws maken. Voor de consument staan vertrouwde concepten centraal: het moet allemaal nog sneller, de 'latency' (vertraging) moet nog beter en de dekking moet maximaal worden. Maar als we onder de motorkap zouden kunnen kijken, dan zouden we ook nieuwe concepten moeten tegenkomen. Eén daarvan zou moeten zijn: het gelijktijdige gebruik van alle mogelijke frequentiebanden. En dan wordt duidelijk waarom Ziggo zich in de ontwikkeling van 5G mengt. Natuurlijk, misschien wil deze aanbieder in de toekomst mobiele aanbieder worden met een eigen netwerk, waarvoor het eigen spectrum nodig zou hebben. Maar ook deze onderneming bezit reeds spectrumrechten. Met de komst van 5G worden frequenties, in welke band dan ook, zeer waardevol. En dat zou goed nieuws zijn voor Ziggo.

Vodafone ook landelijk met vast netwerk

Het is nog maar kort geleden dat Vodafone landelijke dekking bereikte met zijn 4G-netwerk en nu worden ook de vaste diensten landelijk aangeboden. Onder het label Vodafone Thuis biedt het al langer internettoegang, telefonie en televisie aan, maar alleen over glasvezelnetwerken. Vodafone gaat dus nu echt vol de concurrentie aan met KPN en Tele2 en kleinere aanbieders zoals Online (zusterbedrijf van CanalDigitaal), Solcon en Stipte (voorheen Scarlet). En natuurlijk de kabel, maar dat wordt pas een (bijna) landelijke aanbieder zodra Ziggo en UPC gefuseerd zijn.
We kennen Vodafone op de eerste plaats als mobiele aanbieder en nu wordt het dus een 'full service provider'. De ambities liegen er niet om: het wil de voornaamste concurrent worden van KPN en de kabel. Overigens wil Tele2 dat natuurlijk ook - vandaar de naam. En Online.nl heeft al dezelfde ambitie. We zullen zien wie deze strijd gaat winnen. En als consument kunnen we alleen maar tevreden toekijken, want het betekent in theorie goed nieuws voor de kwaliteit (omhoog) en de prijzen (omlaag).
Maar Vodafone komt met nog meer goed nieuws. Het heeft dan wel geen eigen netwerk en is daardoor afhankelijk van de netwerken van KPN (DSL en FTTH). Maar het gaat wel eigen apparatuur plaatsen in de centrales van KPN. Voor Vodafone is dat fijn omdat het daardoor een veel lagere huur betaalt aan KPN, maar dat is niet het enige. Vodafone wordt veel meer de baas over de eigen diensten. Denk aan de kwaliteit van HD-televisie (Vodafone gaat dit met maar liefst 15 Mbps aanbieden) of de snelheid van de internetverbinding. En dat zijn belangrijke wapens in de strijd met zowel KPN en de kabel als Tele2 en Online.nl.