donderdag, juli 02, 2015

Draadloos leent zich vooral voor LAN en buitengebied

Draadloos als alternatief voor bedraad internet is al lang realiteit. Zowel binnenshuis en in de 'last mile' als in de 'middle mile' of de 'backhaul'. Bedraad houdt de voorkeur vanwege capaciteit, betrouwbaarheid en interferentie, maar de kosten spelen draadloos in de kaart. Delta Kabel en SKV Veendam berichten wisselend over draadloos voor buitengebieden, waar ze weinig concurrentie hebben, terwijl Webpass in de VS het zelfs aandurft draadloos toe te passen in grote steden, op basis van prijs. Binnenshuis en in buitengebieden is er weinig alternatief, maar het oprukken van de verglazing ondermijnt andere toepassingen.
Om te beginnen zetten we de toepassingen van draadloos in het netwerk op een rij. Het is goed de verschillen te benoemen. Om te beginnen binnenshuis. Afgezien van mobiel (LTE etc.) is WiFi de meest gebruikte technologie, goed voor 80 procent van het dataverkeer (bron: Telecompaper). Eigenlijk is het een vervanging van de bekabeling. Toepassing van WiFi in hogere banden dan de huidige (2,4 en 5 GHz) brengt meer capaciteit met zich mee. De hoge frequenties en het lage doordringend vermogen zorgen enerzijds voor de noodzaak van een zender (repeater) in iedere kamer maar tegelijk reduceert het de interferentie met het WiFi-netwerk van de buren. Toepassing van LTE in een vergunningsvrije band (of dat nu LTE-Unlicensed, LAA of MuLTEfire is) zorgt voor concurrentie om het schaarse spectrum in de 5 GHz band. De backhaul bestaat doorgaans uit een vaste lijn. Echter, als het gaat om WiFi in de trein of de auto of om een draagbare 'personal hotspot', dan zorgt LTE voor de backhaul.
Vervolgens de 'last mile'. LTE (en GSM, UMTS) zijn de standaard 'last mile' technologieën. LTE wordt door sommige operators ook ingezet als vervanging van de vaste lijn. Nu wijkt de vaste markt af van de mobiele: de prijs van een MB is vele malen lager en caps worden niet gebruikt. Door LTE hiervoor in te zetten, ontstaat een gevaar van kannibalisatie: de klant laat zijn 'dure' mobiele MB's niet langer over mobiel lopen, maar over deze 'DSL replacement service'.
Ten slotte de backhaul. Microgolftechnologie wordt gebruikt voor het aansluiten van basisstations en ook LTE (zie boven) heeft soms deze functie. Initiatieven zoals 'draadloos Docsis' (Delta Kabel), 'draadloos glasvezel' (SKV Veendam), Greenet (www.greenet.nl) en de provincie Zeeland gebruiken een WiFi-variant of glasvezel voor de backhaul.
Het Amerikaanse Webpass gebruikt eveneens een draadloze backhaul. Echter, het kiest in tegenstelling tot de genoemde Nederlandse aanbieders niet voor buitengebieden maar voor flats in grote steden (MDU's: multi-dwelling units). Naar de verschillende appartementen lopen ethernetkabels. Het gaat weliswaar ook hier om een 'point-to-point' verbinding, maar Webpass laat deze delen door een flink aantal bewoners. Daardoor treedt het probleem van het 'shared network' op (aldus Ars Technica) en kan de geadverteerde snelheid teruglopen. Webpass vraagt 55 dollar per maand voor een aansluiting op de consumentenmarkt, ongeacht de snelheid. De snelheid die het adverteert, hangt af van de omstandigheden (vermoedelijk vooral het aantal bewoners van zo'n MDU) en varieert van 100/100 tot 500/500 Mbps. Webpass concurreert daarmee vooral op prijs.
WiFi voor het PAN (personal) of LAN (local area network) is niet meer weg te denken. Uitbreiding van vaste netwerken naar het platteland is een langdurige zaak en voor sommige lokaties waarschijnlijk ook op de lange termijn niet haalbaar. Daar spelen LTE, WiFi-varianten en ook satelliet dus een rol. Maar verder zorgen verglazing en mogelijk uitbreiding van kabelnetwerken à la Project Lightning bij Virgin Media (Liberty Global in het VK) ervoor dat draadloos toch vooral een PAN/LAN-technologie is. En wat Webpass betreft: het heeft inmiddels laten weten de overstap naar FTTH te willen maken.