maandag, april 23, 2007

De weg naar FTTH

Iedereen is het er wel over eens: over een paar jaar hebben we allemaal een glasvezelverbinding. De grote vraag is echter: hoe gaan we van A (kopernet met open access, versplinterd kabelnet zonder open access) naar B (FTTH)?

De regelgeving in de telecomsector wijzigt de komende jaren door technologische innovaties, veranderingen in de vraag en consolidatie. Het landschap gaat er daardoor heel anders uitzien. Dat betekent grote wijzigingen voor niet alleen KPN en de aanbieders die van het KPN-netwerk gebruikmaken, maar mogelijk ook voor de kabelexploitanten.

Dit zijn de uitgangspunten daarbij:

1. Monopolies zijn uit den boze.
2. We hebben liever infrastructuur- dan dienstenconcurrentie.
3. Naast intermodale concurrentie (tussen concurrerende infrastructuren) willen we ook intramodale concurrentie (op de verschillende infrastructuren).
4. De behoefte aan bandbreedte groeit snel en noopt tot nieuwe-generatie netwerken. In het algemeen geldt IP als meest efficiënte netwerkprotocol en glasvezel als beste infrastructuur.
5. De kabel is een concurrerende infrastructuur en mogelijk zorgen de stroomdraad (BPL, ‘broadband over powerline’) en draadloze technologieën (WiMAX), voor nóg een toegang tot de consument.

Ik sta nu stuk voor stuk stil bij deze uitgangspunten.

1. Geen monopolies
Hierover kunnen we kort zijn. We hebben de PTT en de kabel, dus in het slechtste geval gaan we naar een duopolie toe. Meer hierover onder punt 3.

2. Infrastructuur- boven dienstenconcurrentie
De gangbare visie is dat dienstenconcurrentie aanbieders uitsluitend in staat stelt te concurreren op prijs en kwaliteit van de dienstverlening, terwijl infrastructuurconcurrentie ook produktdifferentiatie mogelijk maakt. Resellers voegen eigenlijk maar weinig toe aan de markt, wat ook blijkt uit het feit dat zij volledig van de toezichthouder afhankelijk zijn in hun voortbestaan. Een kleine prijs-squeeze van KPN, en foetsie (lees: failliet) is de alternatieve aanbieder.

Er is echter ook ruimte voor een ietwat dissidente mening: vergeet concurrentie op infrastructuur. Het gaat toch allemaal maar om bits. De applicaties verschuiven naar de rand van het netwerk. Denk bijvoorbeeld aan Skype (VoIP) en Joost (IPTV). Het enige wat je daarvoor nodig hebt is een robuuste breedbandverbinding, en de klant doet de was voortaan zelf.

3. Intra- en intermodale concurrentie
Zonder intramodale concurrentie zou KPN een monopolie hebben op haar netwerk. Dat is te meer onwenselijk vanwege de grote marktmacht van KPN (althans in telefonie). KPN heeft dan ook te maken met intramodale concurrentie van zowel infractuurspelers (Tele2, Orange, bbned en Tiscali NL) als van resellers (zoals Scarlet).
Kabelaanbieders als UPC hebben ook een monopolie op hun netwerk, maar hebben geen landelijke dekking. Hun macht op de TV-markt is dus in zekere zin beperkt. Overigens is er wel sprake van consolidatie: Casema, Multikabel en Kabelcom gaan samen en komen op een marktaandeel van rond de 50%. UPC heeft ongeveer dezelfde grootte en dan is er nog een reeks kleintjes.
Hoe dan ook, er is dus geen ‘level playing field’ tussen telefoon- en kabelnetwerk. Dat is KPN een doorn in het oog en de politiek will ook op de kabel intramodale concurrentie. Echter, als UPC en de Casema-groep nog eens samengaan (de eerste geruchten hebben hun ronde al gemaakt), zou KPN kunnen gaan lobbyen voor een duopolie. Zo’n situatie bestaat al in de VS – met het ongewenste nevenresultaat dat de penetratie van breedband (laag) en de tarieven (hoog) er achterlopen bij die van de andere ontwikkelde landen.

Een duopolie lijkt vergezochter dan het lijkt. De huidige regelgeving rond de intramodale concurrentie op het netwerk van KPN is namelijk achterhaald aan het raken (zie punt 4). Orange NL, bbned en Tiscali NL hebben dan ook al anderhalf jaar niet meer geïnvesteerd en hebben te koop gestaan. KPN wil Tiscali NL overnemen (de NMa beslist hierover in mei of juni), maar kopers voor Orange NL (dochter van France Télécom) en bbned (dochter van Telecom Italia) zijn blijkbaar niet te vinden. Kortom, als ook nog Tele2 de handdoek in de ring gooit, kan de NMa een fusie toestaan van UPC en Casema en is een duopolie nabij.

4. IP en glasvezel voor bandbreedte
KPN bouwt momenteel een ‘All-IP’ netwerk. Dat bestaat enerzijds uit een netwerk dat uitsluitend nog van IP (internet protocol) gebruik maakt, waardoor de kosten sterk dalen. Anderzijds legt KPN glasvezel tot steeds dichter bij de eindklant. Glasvezel biedt namelijk meer bandbreedte (capaciteit) dan koper (waarvan de bandbreedte ‘gepimpt’ wordt met DSL-technologie). De vraag naar bandbreedte stijgt exponentieel door zaken als web 2.0 (uploaden en downloaden van bijvoorbeeld filmpjes), IPTV (tv via het telefoonnet), HDTV (hoge definitie tv: meer beeldpuntjes, waardoor pakweg drie maal zoveel bandbreedte nodig is als voor standaard definitie tv), ‘gamen’ en beeldtelefonie.

Op dit moment reikt het glasvezel tot de centrale (MDF-locatie, ‘main distribution frame’) en van daar tot de gebruiker ligt een koperdraad (met daarop ADSL2+). KPN wil de komende jaren de glasvezel doortrekken van de 1350 MDF-locaties naar zo’n 24 duizend straatkasten. Van de straatkast naar de gebruiker loopt dan de koperdraad, waarop de nieuwste DSL-variant wordt losgelaten: VDSL2. Bijkomend voordeel: de 1350 MDF-locaties kunnen dicht en verkocht worden (op zo’n 200 na).
De combinatie glas-tot-MDF (FttExchange) + ADSL2+ biedt een bandbreedte van maximaal 24 Mbps (megabit per seconde). De werkelijke bandbreedte is echter sterk afhankelijk van de afstand en zal in de praktijk hooguit gemiddeld zo’n 10 Mbps zijn: nauwelijks genoeg voor HDTV, laat staat voor tegelijk tv-kijken, surfen en bellen. KPN heeft dit netwerk momenteel vrijwel landelijk dekkend.
De combinatie glas-tot-straatkast (FttStreetCabinet) + VDSL2 zal de bandbreedte vertwee- tot verviervoudigen. Now you’re talkin’!

Er is echter een probleem. Een GROOT probleem. De infrastructuur van Tele2, Orange, bbned en Tiscali NL staat opgesteld … in de MDF-locaties van KPN! Sluit KPN deze vastgoedlocaties, dan kan de apparatuur (zogenoemde DSLAM’s) van deze aanbieders dus gevoeglijk op de schroothoop. Willen we (lees: de OPTA) vasthouden aan intramodale infrastructuurconcurrentie op het netwerk van KPN, dan moeten we dus naar andere regelgeving toe. De huidige regels voorzien immers in toegang tot de MDF-locaties van KPN. Toegang tot de straatkasten is in theorie een alternatief, maar onderzoeksbureau Analysys heeft voor de OPTA berekend dat dat geen economisch haalbaar alternatief is. (En dan is er nog het probleem van de beperkte ruimte in de kleine straatkasten van KPN, iets wat we op deze plaats al eerder besproken hebben.)

Een oplossing van geheel andere aard is de splitsing van KPN in een netwerkbedrijf en een dienstenaanbieder. Dat is een model dat ook kan worden toegepast op nutsbedrijven en op spoorwegondernemingen (ProRail vs. NS). Zo is binnen het Britse BT het aansluitnetwerk (MDF-locaties + koper) afgesplitst in het nieuwe BT-onderdeel Openreach. De Europese Commissie ziet dit als lichtend voorbeeld voor Europa. Het garandeert namelijk een ‘level playing field’ tussen alle dienstenaanbieders op het netwerk van KPN (zeg maar, de retailorganisatie van KPN en Scarlet).
Overigens koos de OPTA er onlangs voor dit model niet op te leggen aan KPN. Enerzijds vindt OPTA zichzelf niet bevoegd, anderzijds zijn er twee redenen het niet te doen: de kabel zorgt in Nederland voor voldoende concurrentie en KPN biedt voldoende toegang tot haar netwerk.

5. Een derde (en vierde en vijfde) pijp
De markt van telecomapparatuur maakt stormachtige ontwikkelingen door. Niet alleen maken toeleveranciers als Ericsson, Alcatel Lucent, Nokia Siemens, Motorola, Nortel, ZTE, Huawei en UTStarcom apparatuur voor telecom- en kabelaanbieders. Zij richten hun pijlen ook op potentieel concurrerende infrastructuren.
Het gevolg is dat breedband (en dus de ‘triple play’ van tv, telefonie en internet) in de toekomst tot ons kan komen via nieuwe kanalen. Dat zijn:

· De stroomdraad. Motorola is een partij die apparatuur maakt die het stroomnet van nutsbedrijven geschikt maakt voor breedband (‘broadband over powerline’, BPL). Vooralsnog zijn nutsbedrijven verwikkeld in een consolidatieslag (Nuon/Essent, Endesa/Enel), maar zodra de technologie rijp is, kunnen zij hun netwerk als derde pijp gaan exploiteren.
· De gasbuis. Het schimmige Amerikaanse bedrijf Nethercomm heeft technologie voor ‘broadband in gas’ (BiG). Klanten heeft het nog niet, maar Nethercomm houdt vol dat het werkt. Het is in zekere zin een combinatie van vast (de gasbuis) en draadloos (de gebruikte technologie is UWB, ‘ultra wideband’).
· WiMAX. Van alle draadloze technologieën lijkt WiMAX lijkt de meeste kans te maken, met voorstanders als Intel, Motorola en Nokia. In Amerika is Clearwire als aanbieder actief en werkt Sprint Nextel aan een netwerk. Met het voortschrijden van de technologie moet WiMAX niet alleen de vaste lijn kunnen vervangen, maar ook de mobiele telefoon. Convergentie dus.
· xMax. Er zijn echter meer draadloze technologieën in ontwikkeling, zoals xMax (van het beursgenoteerde xG Technologies – de koers is in een paar maanden tijd verdrievoudigd).
· WiFi. Ook het aloude WiFi, dat we van ons draadloze netwerkje thuis kennen, is nog niet uitgespeeld. Nieuwe WiFi-standaarden voorzien in grotere bandbreedte, groter bereik en zelfs mobiliteit.
· GSM en CDMA. Dit zijn de twee standaarden van de mobiele telefonie. Ook deze worden steeds doorontwikkeld, resp. onder de afkortingen LTE (‘long-term evolution’) en UMB (‘ultra-mobile broadband’).
· 802.16m. Onder deze technische aanduiding (802.16 staat voor WiMAX) wordt momenteel gewerkt aan de ‘fusie’ van GSM en WiMAX.

Wat zijn nu de mogelijke toekomstscenario’s? We geven er een paar.

1. Aanbieders aller landen erkennen dat de fysieke infrastructuur geen ruimte biedt voor differentiatie. Er komt dan ook een landelijk dekkend glasvezelnetwerk dat tot de consument reikt (FTTH, ‘fiber to the home’). De concurrentie zal zich moeten beperken tot het aanbieden van bandbreedte: een robuust netwerk met lage kosten. Telecombedrijven zullen inzien dat zij nutsbedrijven zijn.
2. Alle kabeloperators fuseren tot een landelijke aanbieder en roepen vervolgens openstelling over zich af: er komt intramodale infrastructuurconcurrentie op de kabel, net zoals op het netwerk van KPN. Het ‘level playing field’ is een feit.
3. Na de aanleg van het All-IP netwerk gaat KPN verder. Het trekt de glasvezel door naar de gebruiker (FTTH). Intramodale concurrentie op het KPN-netwerk is niet meer mogelijk. Er komt een duopolie van KPN vs. de kabel.
4. BPL en WiMAX (om maar te zwijgen van de andere genoemde kandidaten) rijpen tot de nummers 3 en 4, naast telefoon en kabel. Intramodale concurrentie is definitief verleden tijd.

De eerstvolgende belangrijke ontwikkelingen zijn de uitspraken van de regelgevers over de nieuwe netwerken (glasvezel-tot-straatkast) van KPN en Deutsche Telekom, deze zomer.
En het spel eindigt met het inzicht dat FTTH onontkoombaar is, en dat we aan één glasvezelverbinding genoeg hebben.

In de tussentijd kan er nog van alles gebeuren.

Conclusie: de telecom is op lange termijn goed voorspelbaar, maar op korte en middellange termijn niet. Dat biedt kansen voor de belegger!

woensdag, april 11, 2007

AT&T biedt op Telecom Italia

Op 1 april werd bekend dat AT&T en America Movil (beursgenoteerd; dochter van Telmex, de Mexicaanse PTT, onder controle van Carlos Slim; AT&T heeft 8%) een bod doen op in totaal tweederde van Olimpia, nu in handen van Pirelli. Olimpia houdt 18% van Telecom Italia.

AT&T verdedigt de zet onder verwijzing naar twee zaken:

  • Best practices.
  • Het bedienen van grote internationale bedrijven.

Persoonlijk vind ik dat dunnetjes. Moet je hiervoor een minderheidsbelang nemen, je kan toch ook samenwerken? En waarom juist Telecom Italia (alhoewel dit in zekere zin wel voor de hand ligt ...). Ze gebruiken nog net niet het synergie-argument, want dat zal heel beperkt zijn (groter dan AT&T hoef je echt niet te worden om het maximale schaalvoordeel te hebben). Nou goed dan, twee synergievoordeeltjes:

  • Beide werken aan IPTV, met Microsoft als toeleverancier. Het loopt allemaal niet heel soepel, dus samenwerken kan z'n voordelen hebben.
  • Cingular abonnees kunnen profiteren van de roaming contacten van Telecom Italia. Zelf is TI lid van FreeMove, en FreeMove werkt samen met de Bridge Mobile Alliance (Azie).

De pers dekt de ontwikkelingen ruimschoots. Eind april loopt de exclusieve onderhandelingsperiode af. Twee items krijgen de meeste aandacht:

  • De Italiaanse regels, die een investeerder in staat stellen met een minderheidsbelang de controle te verwerven over een groot bedrijf. Zie bijvoorbeeld dit artikel in de Financial Times.
  • De Italiaanse nationale trots. Twee banken hebben een 'right of first refusal' en mogen dus het bod evenaren. Mogelijk komt een tegenbod van een Italiaanse partij, in samenwerking met Telefonica, Deutsche Telekom of France Telecom.

De andere implicaties:

  • Wat doet AT&T buiten de VS? Binnen de VS heeft AT&T de sector fors geconsolideerd: vier van de voormalige zeven Baby Bells, het oude moederbedrijf AT&T Corp en mobiele operator Cingular vallen nu binnen het concern. Belangen in TDC en Belgacom (de PTT's van Denemarken en Belgie) zijn allang opgeruimd. Kortom, een vreemde actie. Logischer zou het zijn te investeren in het eigen netwerk, EchoStar te kopen (aanbieder van satelliet-tv, met AT&T als reseller), een ICT-dienstverlener over te nemen, het dividend te verhogen of desnoods een overname te doen in bijvoorbeeld Canada (volgens geruchten komt er een bod op BCE). De Europese markt is heel anders, met relatief kleine nationale spelers, culturele verschillen, staatsbelangen en grote regulatoire verschillen (zowel onderling als in vergelijking tot de VS).
  • Grootheidswaan. CEO Ed Whitacre van AT&T stapt dit jaar op en wil mogelijk nog een laatste grote deal doen, alhoewel deze deal daar niet echt voor in aanmerking lijkt komen (tenzij AT&T een bod doet op heel Telecom Italia). Sommige mensen (zoals Carlos Slim en John Malone) worden volgens mij aangetrokken door het begrip 'world domination'.
  • TIM Brasil. Telecom Italia heeft geprobeerd deze mobiele dochter te verkopen maar kreeg geen aantrekkelijk bod. America Movil, ook in Brazilie aanwezig, heeft natuurlijk voor dit onderdeel interesse. Mogelijk doen ze de Malone/Murdoch dans: John Malone kocht met zijn Liberty Media een belang in Rupert Murdoch's News Corp. Bang de controle te verliezen, stuurde Murdoch aan op een swap: het News Corp belang in ruil voor het 34%-belang dat News Corp had in DirecTV. En zo troggelde Malone DirecTV (de andere aanbieder van satellite-tv in de VS) af van Murdoch.
  • Overige assets. Komt het tot ontmanteling van Telecom Italia, dan wordt het interessant wat er gaat gebeuren met de breedbandaanbieders in Nederland (bbned), Frankrijk en Duitsland.